Heb je extra vitamines nodig als je gewoon gezond eet?

Stel je voor: je lichaam is een goed geoliede machine, een soort luxe auto misschien, eentje die prima draait op gewone benzine – oftewel, een normaal en gevarieerd eetpatroon. Je tankt elke dag een beetje groente, wat fruit, een handjevol volkoren en wat zuivel erbij, en je motor loopt als een zonnetje.

Toch zie je ineens overal in de supermarkt van die potjes en pilletjes. Vitamine C in kauwtabletjes met sinaasappelsmaak. Multivitamines die beloven dat je je “energieker dan ooit” gaat voelen. En ergens vraag je je af: “Heb ik dat eigenlijk ook nodig?”

Nou, als je gewoon gezond eet en je niet leeft op chips, energiedrank en stress… dan is het antwoord meestal: nee hoor. Jouw lichaam haalt keurig alle belangrijke voedingsstoffen uit je bord. Geen poedertjes of pilletjes nodig.

De uitzondering op de regel? Vitamine D. Want laten we eerlijk zijn: in Nederland is de zon soms net zo zeldzaam als een witte eenhoorn. In de herfst en winter lukt het je lichaam niet goed om genoeg vitamine D aan te maken. Dus dan is een supplementje geen overbodige luxe, zeker als je weinig buiten komt, een wat donkerder huid hebt of 50+ bent.

Eet je helemaal plantaardig? Dan is een B12-supplement slim. En ben je zwanger of wil je dat worden? Dan is foliumzuur je nieuwe beste vriend.

Maar verder? Die potjes kunnen vaak in de kast blijven staan. Of nog beter: in de winkel. Te veel vitamines – vooral die vetoplosbare types zoals A, D, E en K – kunnen juist problemen geven als je er teveel van slikt.

Dus: vertrouw op je bord, niet op het potje. Tenzij je dokter anders zegt, red je het prima met een gezonde, gevarieerde voeding. Geen magie in een pilletje – de echte kracht ligt gewoon op je bord.

Smakelijk!